Het Nederlands Dagblad van 23 maart meldt dat Tim Keller toch niet de Kuyper Prize krijgt.

Princeton Theological Seminary had deze prijs toegekend vanwege  ‘innovatieve theologie’ ,  maar de achterban van Princeton slaat op tilt. De toekenning wordt terug gedraaid.

Een belachelijk besluit.

De kritiek die is losgebarsten betreft  zijn orthodoxe standpunten over vrouwen in de kerk en homoseksualiteit.

Ik snap goed dat mensen niet enthousiast zijn over de stellingname van Keller als het gaat over deze onderwerpen.

Dat ben ik ook niet.

Ik ben verder ook niet altijd enthousiast over wat hij schrijft en preekt, hoewel ik er bij moet zeggen dat ik hem al een tijdje niet meer nauwkeurig volg.

Dat heb ik wel  lang gedaan; ik ben bijzonder geboeid en gevormd door zijn preken.

Jarenlang heb ik die allemaal beluisterd en  er mijn voordeel mee gedaan.

Maar ik ben afgehaakt omdat het voor mij  allemaal wel wat voorspelbaar werd, en omdat hij op de punten waarop ik met hem van mening verschilde niet meer inspirerend genoeg was  om mijn mening opnieuw tegen het licht te houden.

 

Maar dat Keller een prijs krijgt voor innovatieve theologie snap ik heel goed.

Niet alleen omdat ik heel veel aan hem gehad heb,

maar ook omdat hij evident velen heeft geïnspireerd en beïnvloed.

En omdat hij zo het Koninkrijk van God gestalte geeft.

 

Maar dat vindt dus niet iedereen.

Kennelijk deugt hij niet omdat zijn ideeën afwijken.

Dat is voor een academisch instituut een aanfluiting.

Keller is geen misdadiger omdat hij een visie heeft die al zo’n 2000 jaar gangbaar is in de christelijke wereld. Hij hangt ook niet een volstrekt onzinnige leer aan die je in de academische wereld niet kan tolereren omdat het bol straat van verkeerde aannames en tegenstrijdige redeneringen.  Wat hij vindt over de vrouw in het ambt en over homoseksualiteit zal hij kunnen weergeven in een helder betoog, waarbij duidelijk is wat zijn hermeneutische stellingname is en hoe hij de exegese toepast.  Wie goed naar hem luistert weet dat hij niet de eerste de beste fundamentalistische kluns is en dat hij mensen met een andere mening dan hij met respect zal benaderen.

 

Kortom, hij heeft theologisch nog een weg te gaan als het gaat over de vrouw in het ambt en over de plek van homoseksuelen in de kerk, maar hij is niet voor niet een toonaangevend theoloog.

En had die prijs die hem was toegezegd (!) gewoon moeten krijgen.

 

Gelukkig krijgt hij een heel mooie prijs.
Hij houdt zijn belofte dat hij op de dag van de uitreiking van de prijs een lezing komt houden.
Hij geeft die lezing zonder die Kuyper medaille om zijn nek.
Dat laat zien wie hij is.
Als je zo wijs mag zijn heb je kennelijk de prijs van de Geest gekregen.
Daar kunnen ze bij Princeton nog wat van leren.

 

 

Leuk? Nuttig? Deel dan met anderen!